Racefiets (en met of zonder aerobar voor triathlon)

Elke racefiets heeft zijn eigen specifieke eigenschappen. Zowel in materiaal, maar veel belangrijker, als in geometrie en daardoor ook in houding. Je zit nu eenmaal anders op een racefiets dan bijv. op een tijdritfiets of mountainbike.

Maar ook tussen racefietsen onderling zit veel verschil in modellen en maten. Ter voorbeeld geven we de verschillen aan tussen 3 ‘dezelfde’ maten fietsen van 2 verschillende merken.

In dit voorbeeld gebruiken we de Specialized Roubaix, een Trek Domane en een Trek Madone 6 allemaal in maat 56. Ogenschijnlijk dus 3 x een maat 56. Wanneer we deze fietsen eens beter gaan bekijken en we de maat 56 vergeten en de fietsen gaan bekijken in ‘echte’ maten en pasvorm volgens de Stack en Reach maten dan blijken dit 3 compleet verschillende fietsen te zijn

Specialized Roubaix maat 56

stack = 589 mm

reach = 387 mm

Trek Madone H1 maat 56

stack = 549 mm

reach = 395 mm

Trek Domane

stack = 591 mm

reach = 377 mm

Kijken we naar de Roubaix en de Madone, die beiden maat 56 zijn, en toch staat het stuur op de Madone 4 cm lager en bijna 1 cm verder van het zadel wanneer we dezelfde lengte stuurpen, zadelhoogte en spacers gebruiken. En 4 cm is geen fijn verschil om te overbruggen mocht na aanschaf blijken dat deze fiets een veel te diepe zit, met de bijbehorende klachten, voor je heeft.

Daarom wordt bij een TRIPRO bike fitting gekeken naar alle hoeken in het lichaam die specifiek van toepassing zijn bij een juiste positie op de racefiets. Maar ook wordt rekening gehouden met eventuele klachten, je niveau en je conditie. Haal het optimale uit je fiets en je lichaam.

racefiets met aerobar, goed of slecht?

Een racefiets met een aerobar, is dat goed of slecht?

Laten we in deze situatie eens uitgaan van een starter die nog niet weet of hij/zij triathlon echt leuk vindt of gewoon een keertje wil proeven aan wat het doen van een triathon inhoudt, de beleving, de sfeer, etc.

En deze sporter heeft reeds een racefiets dan is er natuurlijk helemaal niets mis mee om lekker op die racefiets een paar korte triathlons te doen. En dan is het zelfs helemaal niet noodzakelijk om een aerobar op de fiets te monteren. In de meeste gevallen gaat het zelfs tegen je werken. Maar daar komen we later op terug.

Wat deze sporter gaat ervaren is dat de fiets naar loopwissel de eerste km’s geen echt prettig gevoel is. De benen zullen wat zwabberig aanvoelen en ook een veel gehoorde kreet is het gevoel van een beetje op eieren lopen.

Dat heeft te maken dat niets in de racefietspositie is afgestemd om daarna te gaan hardlopen. De geometrie is daar door de fabrikant nooit voor ontwikkeld en de zit op de fiets is helemaal niet gelijk aan die van een triathlonfiets waarbij het tegenovergestelde het geval is. Alles aan deze fiets is bedoeld om ervoor te zorgen dat je daarna zo goed mogelijk kunt hardlopen.

Wij zeggen ook wel eens om de vergelijking beter te begrijpen zie de racefiets en de triathlonfiets als de mountainbike en een veldrijfiets. Iemand ooit bij een veldrijrace met een mountainbike zien starten? Nope, andere sport andere fiets terwijl de ondergrond redelijk vergelijkbaar kan zijn! Het is natuurlijk een beetje gechargeerd, maar je snapt vast het punt.

Wat gebeurt en dan waarom een aerobar op een racefiets niet echt een goed idee is.

Hiernaast zie je een afbeelding waarbij een prima racefiets positie is afgebeeld, maar daarover heen ligt een afbeelding van dezelfde renner maar nu in de aerobar positie. Het zadel staat nog steeds op dezelfde plek en het bovenlichaam van de renner is voorover naar beneden gekanteld om de aerobar te kunnen gebruiken.

Je kunt heel goed zien dar de ruimte tussen zijn linkerbeen en bovenlichaam heel erg krap is geworden. Ze raken elkaar zelfs bijna hetgeen heel veel druk zet op o.a. de hipflexoren. En deze hipflexoren heb je weer extreem hard nodig hij het hardlopen. Voor een Sprint t/m een kwart triathlon kom je daar nog wel mee weg omdat het ook ‘maar’ 5 tot 10 km lopen is.

Hoe langer de triathlon hoe langer de fietsafstand maar ook hoe langer het looponderdeel is. En de extra belasting op o.a. de hipflexoren maar ook de maag, de longen gaat door de langere fietsafstand onevenredig zwaar oplopen en dat met in het achterhoofd ook nog eens een langer looponderdeel……

De luchtweerstand neemt met de aerobar wel wat af, maar vaak wordt onderschat hoeveel extra effort het op energie niveau kost om de aerobar positie vol te houden. Tenzij de aerobar zo veel hoger gezet wordt dat er voldoende ruimte in de closed hip angle komt maar dan heeft de aerobar ook veel minder het gewenste effect van vermindering van de luchtweerstand op.

Op de afbeelding hiernaast zie je dezelfde renner die we stapsgewijs naar voren laten roteren en waarbij de fysieke ruimte tussen de verschillende lichaamsdelen gelijk blijft. Dit is wat een goede triathlonpositie doet. Het geeft je nog steeds de juiste fysieke hoeken, ruimte en bewegingsvrijheid die je nodig hebt om alle voeding te verwerken en na het fietsen zo goed en makkelijk te kunnen hardlopen. Als je goed kijkt dan staan de benen van de laatste positie ook bijna alsof het hardlopen is.

Het grote verschil met de bovenstaande afbeelding is dat niet het bovenlichaam voorover kantelt naar de aerobar maar dat als het ware het lichaam naar voren mee roteert. Alsof er een punaise in de enkel wordt geprikt en hele lichaam roteert naar de aerobar.

Dan zie je ook dat om ondersteuning te bieden het zadel op de racefiets veel verder naar voren moet en dat ook het stuur van de racefiets verder naar voren zou moeten om op de plek van de aerobar te moeten komen. Daarom zijn racefiets en triathlonfiets geometrisch twee totaal verschillende objecten.

Nu snap je de vergelijking tussen mountainbike en veldrijfiets beter, dat zijn ook twee geometrisch verschillende fietsen alleen is dat visueel ook veel duidelijker te zien. Bij de race- en triathlonfiets is dat door gebruik van veel dezelfde onderdelen veel minder goed zichtbaar, maar ze zijn er wel degelijk.

Dus heel simpel geldt gewoon dat wil je comfortabel en een goed resultaat halen je op de langere afstanden zoals de halve en hele triathlon met een echte triathlonfiets veel beter, sneller en vooral comfortabeler naar de finish kunt komen. Natuurlijk ga je nog steeds genoeg trainingsuren moeten maken om de aerobar positie goed te kunnen vol houden, maar in efficiëntie is het verschil enorm.

Er zijn nog wel een aantal andere factoren zoals cranklengte, zadel e.d. die ook verschillen van die van de racefiets en zeker hun invloed hebben, maar de andere geometrie is de grootste factor.

De triathleten die het tegendeel beweren zijn degene die op een racefiets met een aerobar rijden en nimmer goed op een echte triathlonfiets hebben gereden 🙂

uitzondering:

Er is nog wel een uitzondering op het bovenstaande en dat zijn triathlons waarbij je serieuze beklimmingen hebt met tussendoor hier en daar wat vlakkere stukken zoals bijv. Ironman Wales, Ironman Nice, etc. Dan is een racefiets (optioneel met een draft legal aerobar) een goede keuze vanwege het vele klimwerk. Ironman races zoals Frankfurt, Klagenfurt, Challenge Roth, e.d. hebben wel wat heuveltjes maar die zijn meer dan goed te doen op een triathlonfiets.

ben jij een triathleet die af en toe een triathlon doet maar ook heel veel cyclo’s?

Als triathlon niet je hoofddoel is maar een leuke uitstap die je een paar keer per jaar doet naar Sprint, kwart en/of af en toe een halve en je rijdt daarnaast veel cyclos zoals de Amstel Gold, of de Steven Rooks classic, etc wordt het een ander verhaal.

En al helemaal als je wilt dit allemaal met één fiets wilt doen. Dan bestaan er wel een aantal fietsen waarbij je door een paar truukjes een veel betere triathlon positie kunt realiseren dan normaal op een racefiets haalbaar is. Niet hetzelfde als op een echte triathlonfiets, maar toch iets beter dan normaal.

De simpelste oplossing is de triathlonzadelpen van Profile Design die naar voren buigt en je zadel op die manier verder naar voren positioneert. Je hebt dan wel een fiets nodig met een ronde zadelpen in 27.2 of 31.6 mm anders past het niet. En dat is tegenwoordig al lastiger omdat veel fietsen een niet-ronde zadelpen hebben. Heb je er wel een met een ronde zadelpen dan is dit een oplossing. waar je wel rekening mee moet houden is dat een groot deel van het lichaamsgewicht niet meer op de plaats zit waar de fabrikant dit heeft bedacht dus je fiets gaat wel wat anders, nerveuzer, rijden. En je wilt met deze combinatie niet graag van een flinke berg naar beneden rijden.

Een andere oplossing kan zijn om een speciale racefiets aan te schaffen die iets dergelijks als de Profile Design zadelpen mogelijk maken maar dan speciaal voor die fiets gemaakt. Bijv. de Orbea Orca Aero racefiets heeft geen ronde zadelpen, maar deze fiets heeft een zadelpen waarop het zadel bevestigd zit met een onderdeel dat je kunt aanpassen met een onderdeel dat het mogelijk maakt om het zadel 45 mm verder naar voren te verplaatsen. Qua rijgedrag geldt hetzelfde als hierboven staat, maar voor een vlakparcours zou dit voor de genoemde groep fietsers een best of both worlds oplossing kunnen zijn.

Nogmaals, het is echt niet hetzelfde als een triathlonfiets en de positie die je daarop kunt halen maar beter dan de aerobar op de racefiets zetten en dan alleen het bovenlichaam voorover laten kantelen.

profile design triathlon zadelpen

en het grappige is dat iedereen die wij op onze fit bike het verschil in een paar seconden tussen triathlonfiets positie en racefiets met aerobar positie laten voelen allemaal zeggen:

‘jeetje, nooit geweten dat het verschil zo groot is qua gemak van het trappen van het wattage’